Formalisering BRZOPLUS naar een passende vorm
Samenvatting
Bij het uitvoeren van het Besluit risico’s zware ongevallen 2015 (verder Brzo) is samenwerking tussen verschillende overheidsinstanties een belangrijke factor. Om de samenwerking tussen de bij de uitvoering van het Brzo betrokken partijen gestalte te geven is het BRZO+ opgezet.
Door onduidelijkheden ten aanzien van de opdracht, de financiering, de capaciteit en de onderlinge verhoudingen van deelnemende partijen is het voor BRZO+ lastig haar opdracht robuust en toekomstbestendig uit te voeren. Er is bij betrokkenen consensus dat BRZO+ toe is aan een nieuwe stap door de samenwerking die BRZO+ belichaamt, verder te formaliseren.
Dit onderzoek is bedoeld om het Brzo-toezicht in kaart te brengen en te verkennen welke samenwerkingsvorm zich het beste leent voor dit doel. Het onderzoek is gericht op de beantwoording van de volgende vragen:
- Hoe zit de juridische structuur tussen opdrachtgevers en Brzo-toezichthouders (BRZO+) nu in elkaar?
- Hoe liggen bevoegdheden en verantwoordelijkheden en wat behelzen de mandaten in dit opzicht?
- Zijn er andere voorbeelden van samenwerkingsverbanden die geformaliseerd zijn?
- Welke lessen kunnen we daarvan leren?
Allereerst is de huidige structuur van het Brzo-toezicht in kaart gebracht waarin onder meer de omgevingsdiensten (gemandateerd door de provincies), de veiligheidsregio’s en de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid een belangrijke rol spelen. De huidige situatie is vervolgens met het oog op het doel tot verdere formalisering gerelateerd aan een nieuw te bepalen samenwerkingsvorm.
Uit alle mogelijke samenwerkingsvormen zijn drie vormen geselecteerd en getoetst op geschiktheid, haalbaarheid en acceptatie, te weten (a) een instellingbesluit van het Bestuurlijk Omgevingsberaad (BOb), een bestuursconvenant en een zelfstandig bestuursorgaan (zbo).
Uit dit onderzoek komt naar voren dat een bestuursconvenant de best passende optie is om BRZO+ te formaliseren. Dit bestuursconvenant biedt een geschikt middel om een aantal zaken te regelen:
- Opdracht van BRZO+
- Governance van BRZO+ (sturingsfilosofie en –structuur)
- Samenwerking BRZO+ stelselverantwoordelijken en opdrachtgevers
- Samenwerking BRZO+ deelnemers/toezichthouders
- Financiering
- Waarborgen voor de evenredige inbreng en zeggenschap van de deelnemers
Het verdient aanbeveling het bestuursconvenant te sluiten tussen de direct betrokken partijen, te weten de provincies, I&W, J&V en SZW en andere partijen zo mogelijk later te laten aansluiten. Dit zou bijvoorbeeld kunnen in een addendum bij het bestuursconvenant. Dit heeft het voordeel dat het gewenste tempo kan worden gemaakt met de noodzakelijke veranderingen.
